Stationsplein
Roosendaal was al vroeg een spoorwegknooppunt en velen waren hier op doorreis naar internationale bestemmingen. Dat blijkt ook uit de internationale tegeltableaus boven de ramen. Station Roosendaal vormt als grensstation een belangrijk knooppunt van het Nederlandse spoorwegennet. De in 1907, midden in de weilanden, geopende nieuwbouw, waarover architect G.W. van Heukelom zijn inspiratie haalde uit het elfde-eeuwse Kaiserschloss in Goslar (Harz), was het eerste asymmetrische stationsgebouw in Nederland. Voor de auteur M.J. Brusse destijds aanleiding om in de krant uit te pakken met een artikel "'s Lands Voorportaal Verlegd".
Het stationsgebouw ademde een grandeur uit met een p…
Roosendaal was al vroeg een spoorwegknooppunt en velen waren hier op doorreis naar internationale bestemmingen. Dat blijkt ook uit de internationale tegeltableaus boven de ramen. Station Roosendaal vormt als grensstation een belangrijk knooppunt van het Nederlandse spoorwegennet. De in 1907, midden in de weilanden, geopende nieuwbouw, waarover architect G.W. van Heukelom zijn inspiratie haalde uit het elfde-eeuwse Kaiserschloss in Goslar (Harz), was het eerste asymmetrische stationsgebouw in Nederland. Voor de auteur M.J. Brusse destijds aanleiding om in de krant uit te pakken met een artikel "'s Lands Voorportaal Verlegd".
Het stationsgebouw ademde een grandeur uit met een prachtige hoge ontvangsthal, wachtkamer en visitatiezaal voor reizigers eerste en tweede klasse. Vroeger gingen reizigers voor het buitenland vanuit de stationshal linksaf via een veertig meter lange gang naar de visitatiezaal en die voor het binnenland meteen rechtsaf het perron op. Het verschil in stand was duidelijk. Het linker gedeelte had toiletten door 'dames' en 'heeren', het rechter voor 'mannen' en 'vrouwen'. Nog altijd zijn er aan de perronzijde opschriften (in tegeltableaus) aanwezig.
Het gedeelte met de stationshal en de drie wachtkamers had een hoogte van negentien meter. De zolder bleef altijd een loze ruimte. (In de Tweede Wereldoorlog werd deze gebruikt door Duitse soldaten, die op het platte dak erboven luchtdoelgeschut hadden staan. Uit die tijd dateren twee muurtekeningen van een 'vergeten soldaat'.
In 1944 werd de stationshal door bominslag en brand vernietigd, De nieuwbouw was echter in de stijl van de Delftse school. Wie nu rondloopt in en om het monumentale pand kan nog steeds volop details uit vroegere tijden ontdekken. Aan de voorgevel zie je de oorspronkelijke tegeltableaus, die landen uitbeelden waar men met de trein naar toe kon. Nederland en België ontbreken, die gingen met de afbraak van de restanten van de stationshal in 1945 verloren. Het markantste onderdeel van het interieur is wel de veertig meter lange gang, pal achter de zeven grote ramen, naar de visitatiezaal. Zelfs de muren en het vele tegelwerk zijn ongeschonden gebleven.
Inmiddels is het exterieur van het stationsgebouw in oude luister hersteld. Bewust is niet teruggegrepen naar de toestand in 1907, want binnen Monumentenzorg heerst de opvatting dat men van een gebouw ook de geschiedenis mag aflezen.