Wouwse Plantage
Op initiatief van landeigenaar P.J. baron de Caters werd nabij zijn landgoed en steenfabriek een kerk gebouwd die het centrum van het nieuwe dorp ging vormen. Oorspronkelijk had de doorgaande straat in het dorp exact dezelfde verdeling en maten als de leien in Antwerpen, woonplaats van de baron.
In 1865 stonden er enkele huizen. In 1871 kwam de kerk, een school en een twaalftal huizen, dat vormde het begin van het dorp. In 1876 kwam de molen van J. van Tilburg en een bakkerij. Een jaar later vestigde Adriaan van Hooijdonk er een winkel in koloniale waren. De Caters zelf stichtte in 1882 een smederij, die later in particuliere handen overging.
Lang was er ook gesteggel over de …
Op initiatief van landeigenaar P.J. baron de Caters werd nabij zijn landgoed en steenfabriek een kerk gebouwd die het centrum van het nieuwe dorp ging vormen. Oorspronkelijk had de doorgaande straat in het dorp exact dezelfde verdeling en maten als de leien in Antwerpen, woonplaats van de baron.
In 1865 stonden er enkele huizen. In 1871 kwam de kerk, een school en een twaalftal huizen, dat vormde het begin van het dorp. In 1876 kwam de molen van J. van Tilburg en een bakkerij. Een jaar later vestigde Adriaan van Hooijdonk er een winkel in koloniale waren. De Caters zelf stichtte in 1882 een smederij, die later in particuliere handen overging.
Lang was er ook gesteggel over de naam van het dorp. Een tijdlang heette het gewoon 'Dorp', later 'Nieuwe Dorp' en ineens was er de naam Pindorp. Pas in 1958 werd de naam Pindorp veranderd in Wouwse Plantage. In de volksmond, met name in West-Brabant, is overigens nog steeds sprake van Pindorp en De Pin. Het dorp Wouwse Plantage was altijd een lintbebouwing, langs de weg van Wouw naar Huijbergen. Met een zijstraat richting Zoomvliet, de latere Kerkstraat. Pas in de jaren zestig zijn de eerste voorzichtige uitbreidingsplannen tot stand gekomen. Ook nu nog wordt er slechts mondjesmaat gebouwd.
Het dorp heeft men name een recreatieve uitstraling vanwege het bosgebied, de drie campings en de naburige golfbaan. In de zomer is het vaak extra druk vanwege fietsende en wandelende toeristen
In het dorp staat sinds 1996 een beeld van Léon Vermunt. Het stelt een ‘pinnerooier’ of houthakker voor. Het begrip ‘Mastepinne’ verwijst naar de stronken die na het hakken achterbleven van de dennenbomen of het is mogelijk ook een verwijzing naar de dennenappels.
In Wouwse Plantage liep ooit een smalspoor vanaf het landgoed naar de steenfabriek. Stenen werden op die wijze naar het landgoed en gezaagd hout naar de fabriek vervoerd. Vanaf de steenfabriek liep het smalspoor door naar het vroegere station van Wouw. Het hout van het landgoed werd in de mijnbouw als stuthout gebruikt.