Kapelberg
Bij het Klerkenveld liggen verschillende plasjes naast de vroegere loop van de Deurlechtse Vaart, nu Bakkersbergomloop, waar verschillende vogelsoorten zich thuis voelen. Te zien zijn bijvoorbeeld wilde eenden of Canadese ganzen. Maar ook kauwen en meeuwen komen hier af op de etensresten van de diverse eetgelegenheden. In de plassen zijn grote lisdodde, gele lis, grote waterweegbree en biezenknoppen te vinden. Dat zijn plantensoorten die van natte voeten houden. We bevinden ons hier op de zogenaamde Naad van Brabant. Dat is de overgang van zand naar klei, van hoger gelegen gronden naar polders. Tot ver in de middeleeuwen kwam het zoute water van de zee tot hier.
Met de stormachtige zee is het verha…
Bij het Klerkenveld liggen verschillende plasjes naast de vroegere loop van de Deurlechtse Vaart, nu Bakkersbergomloop, waar verschillende vogelsoorten zich thuis voelen. Te zien zijn bijvoorbeeld wilde eenden of Canadese ganzen. Maar ook kauwen en meeuwen komen hier af op de etensresten van de diverse eetgelegenheden. In de plassen zijn grote lisdodde, gele lis, grote waterweegbree en biezenknoppen te vinden. Dat zijn plantensoorten die van natte voeten houden. We bevinden ons hier op de zogenaamde Naad van Brabant. Dat is de overgang van zand naar klei, van hoger gelegen gronden naar polders. Tot ver in de middeleeuwen kwam het zoute water van de zee tot hier.
Met de stormachtige zee is het verhaal verbonden dat ten grondslag ligt aan de bouw van een kapel op deze locatie. Een schipper die door het slechte weer in moeilijkheden gekomen was, zou beloofd hebben aan de Heilige Maria een kapel te bouwen indien hij gered zou worden. Het weer kalmeerde, de schipper werd gered en zorgde voor de bouw van een kapel. In de loop van de eeuwen ging die kapel verloren. In 1897 nam de eigenaar van het terrein, de vermogende familie Van Gilse, het initiatief om opnieuw een kapel op te richten. Het ontwerp is van de Roosendaalse architect Marijn Vergouwen.
De kapel is opgetrokken op een achthoekige plattegrond in een neoromaanse stijl. De kapel ligt op een verhoogd terrein en kan bereikt worden via een laan met bomen. Bij de aanleg lag de kapel een eind buiten de bebouwde kom en trokken de pelgrims er te voet naar toe.
Na het oversteken van de snelweg bereiken we via de straat Helium de Gastelsedijk Zuid. Hier zijn nog restanten te vinden van de Oude Roosendaalsche Vliet. De kronkelende rivier is namelijk in de achttiende eeuw in fasen gekanaliseerd en heet sindsdien de Nieuwe Roosendaalsche Vliet. In het bosje tegenover de roeivereniging kun je in het voorjaar de nachtegaal horen. Tegenover de Havendijk ligt het vroegere gors de Ever. Een gors is een buitendijks gebied. Ook tot hier kwam het zoute water tot aan de inpoldering van Kruisland in 1487.
Bij het oversteken van de snelweg en de Nieuwe Roosendaalsche Vliet zien we Schipbeek en Halsegat liggen, de in de jaren tachtig aangelegde nieuwe haven van Roosendaal. Aan de overzijde komen we voorbij de vloeivelden van de vroegere suikerfabriek. In de nabijheid van het buurtschap Vroenhout stond tussen 1271 en 1292 het klooster Catharinadal, nu in Oosterhout te vinden. De zusters Norbertinessen vertrokken nadat hier overstromingen hadden huisgehouden.